Een pittige dagtoer van maar liefst 340 km met zeven bergpassen boven de 2000 meter. Deze route gaat enkele keren over de grens van Italië met Zwitserland door een rafelige grenslijn, maar de passen zijn allemaal Italiaans.
De stad Bormio onder aan de voet van de Stelvio zijn we niet in geweest, maar schijnt een mooie stad te zijn om lekker te winkelen en op de markten rond te lopen. Wij hebben deze lange route vooral op de motor gezeten, hoewel een uurtje lunchpauze erg welkom was.
- Passo di Resia 1504 m [Reschenpass]
- Giogo di Sta. Maria 2501 m [Umbrailpas of Wormserjoch]
- Passo dello Stelvio 2758 m [Stilfersjoch]
- Passo di Gavia 2652 m [Gaviapas]
- Berninapas 2235 m
- Forcola di Livigno 2315 m [Livignopas]
- Passo d’Eira 2211 m
- Passo di Foscagno 2291 m
Passo di Resia is vooral bekend om het grote meer waar de kerktoren uit steekt. Dit stuwmeer bestond in eerste instantie uit drie kleinere bergmeren. De bewoners van het dorpje Graun dat naast de meren lag, zijn tussen 1948 en 1950 gevraagd te verhuizen om zo de hele bergkom onder water te kunnen zetten en het stuwmeer te vormen. De kerktoren is een stille getuige van het dorp dat onder water staat. Het is een behoorlijke trekpleister voor toeristen, dus als je een foto wil maken, zorg dan dat je in ieder geval niet in het weekend daar heen gaat.