Onderdelentocht
Vanochtend rustig opgestaan met alle hoop de bougiedop te vinden om de Transalp weer rijdend te krijgen. Vol goede moed springt Adriaan op de Fazer om het onderdeel te vinden. Dat blijkt lastiger dan gedacht: óf men heeft het onderdeel niet, óf de eigenaar van de motorzaak heeft besloten om na de vrijde donderdag 14 juli er ook maar de rest van het weekend vrij te nemen.
Het wordt een tocht van motorzaak naar motorzaak af en toe afgewisseld met een automaterialenzaak. Gelukkig wordt ik overal wel doorverwezen naar een andere zaak en de combinatie van internet op de GSM en een Garmin is best handig.
Na een aantal verschillende steden, vier uur verder en meerdere gesloten motorzaken verder heeft Adriaan toch nog een bougiedop gevonden. Na meest prachtige motorzaken waar ze geen onderdelen hadden, tovert de eigenaresse van een onooglijk motorzaakje de bougiedop vanonder de toonbank tevoorschijn. Meneer A betaalt graag de 8 euro en rijdt de 150 kilometer terug naar de camping.
De montage van de dop kost nog geen twee minuten en de Transalp loopt weer als een zonnetje.
Dus wederom op naar de Col d’Iseran! Betere temperatuur, volop zon dus echt een straf is het niet. Om het lot niet te tarten zijn we toch maar in een keer doorgereden naar de top en zijn wij niet weer 100 meter voor de top gestopt voor die o zo leuke selfie.
Daarna zijn we aan de andere zijde van de berg naar Italië gereden. De Col de Galibier, die in eerste instantie op onze route gepland stond, hebben we overgeslagen om de verloren tijd een beetje in te halen. Die komt een volgende vakantie wellicht aan bod.
Via Lanslebourg rijden wij naar Mont Cenis, wederom een prachtige rit met mooie meren en vergezichten. Als de Mont Cenis ineens Moncenisio heet dan weet je dat je in Italië bent. Door het vlakke deel van Italië rijden we door richting Turijn.
Camping gezocht, spullen neergezet en op naar Turijn. Om even te kijken. Ruim een uur later en 2500 rondjes op een parkeerterrein later even de Via de Gibraldi op en neer gelopen, ijsje gegeten en in de chaos van de avondspits weer terug naar de camping.
Rijden in Italië is een belevenis op zich. Vooral in en in de buurt van grote steden ben je motorrijder een object waar een automobilist het liefst zo snel mogelijk langs wil. Met twee motoren in de baksteenformatie rijden wordt ook niet echt op prijs gesteld, het liefst zien ze dat je zo dicht mogelijk tegen de stoeprand aanrijdt. Weer een ervaring rijker.
- Vertrek: uur
- Aankomst: uur
- Aantal gereden km’s: km
- Route: Bourg-St-Maurice – Col d’Iséran
- Do:
- Don’t:
- Camping:
- Oordeel: