Nadat het oorspronkelijke plan om via Rusland naar de Noordkaap te rijden in 2020 niet door is gegaan, hebben we de reis proberen door te schuiven naar 2021 door zo laat mogelijk een vakantie te plannen. Doordat wij geen visum voor Rusland konden krijgen, is de route gewijzigd en rijden we in 2021 via Finland naar de Noordkaap en zakken wij weer via de Noorse kust af richting het zuiden. Oftewel ‘elegantly avoiding Sweden’ zoals Zweedse bekenden dat opmerkten.
Voor deze reis trekken we 4 weken uit in de periode van eind augustus tot half september.
Voorbereiding
Scandinavië als reisbestemming is voor ons nieuw en er spoken allerlei vragen door het hoofd: hoe koud wordt het, moet ik een zwembroek meenemen, moet ik de wintervoering van mijn motorpak meenemen, hoever liggen benzinestations en supermarkten uit elkaar, etc? We proberen ons zoveel mogelijk in te lezen via het internet en mensen te bevragen. Ook koop ik wegenkaarten van Finland en Noorwegen, kruis aan wat wij willen zien en zet op basis daarvan globaal een route uit op de kaart en vertaal die naar routes in de navigatie. De banden van de motor van Coco laten we nog vervangen bij een bekend adres in Alphen, zodat die de hele reis kunnen doorstaan.
Met de voucher van de afgelaste ferryboot van Travemünde naar Helsinki van 2020 boek ik een nieuwe overtocht. Overigens wel jammer dat die 200 euro duurder is geworden. Dat zal wellicht iets met de zomerperiode te maken hebben. En als het dan toch geld kost, boeken we meteen het eten en de wifi er maar bij.
Met een lichte kriebel in de onderbuik (hebben we nu echt alles?) zetten we in de aanloop naar het vertrek de spullen alvast klaar die wij denken nodig te hebben.
Het vertrek
Op een zonnige vrijdag vertrekken wij op ons gemak vanuit huis. De oversteek met de ferry vanuit Travemünde naar Helsinki vertrekt pas zondagochtend om 3 uur (ja echt…), maar de reis naar Travemünde is ook vakantie en wij hebben geen zin om op zaterdag 600 kilometer over de autobahn te jagen om op tijd te zijn voor het inchecken.
Vanaf huis rijden we meteen binnendoor. Het voelt best een beetje raar om met koffers, tanktas en bagagerol door je ‘eigen’ omgeving te rijden, maar we zijn onderweg! Het einddoel van de dag is een camping in Fürstenau, bijna halverwege op de route naar de ferry. Ook een mooie gelegenheid om, voor wij in Finland aankomen, na te gaan of wij alles bij ons hebben en of alles naar behoren werkt.
Op de website ziet de camping er prima uit: een biergarten en restaurant op de camping en redelijk dichtbij de stad. Wij hebben geen zin om de eerste dag zelf te koken, dus dit lijkt een prima keus. Vlak voor we op de camping aankomen, vraag ik mij ineens af of ik mijn jeans wel heb ingepakt. Na het inpakken van de koffers heb ik die broek gewisseld voor mijn motorbroek en heb de spijkerbroek klaar gelegd om mee te nemen. Een snelle check leert dat die inderdaad nog thuis ligt. Om niet de hele vakantie na het rijden in een trainingsbroek te hoeven lopen, haal ik snel bij de Kik (een Duitse kruising van Wibra en Zeeman) voor 9,90 euro een nieuwe jeans die eruit ziet zoals een Poolse trucker die zou kunnen dragen, maar ik ben gered. Wie van afzien houdt, zou eens kleren moeten gaan passen in een motorpak.
De camping is in werkelijkheid iets anders: kennelijk is er een bijzonder goede websitebouwer aan de slag geweest, want de camping is een soort verouderde plaats met voornamelijk verweerde en vervallen stacaravans waar in een hoekje nog wat plek voor tenten is vrijgehouden. Als extra teleurstelling is het restaurant ook nog dicht wegens vakantie. Dan maar even langs de plaatselijke supermarkt lopen om wat brood, soep en smeersels op te halen. Op de vergeten jeans na hebben we alles bij ons en slapen weer prima in de tent.
De volgende ochtend als we opstaan is het mistig en is het weer even wennen aan het inpak-protocol: wat moest ook alweer waar en wie neemt wat mee. Na wat herschikken en met plots meer ruimte over dan toen wij thuis vertrokken, gaan we op tijd op weg naar Travemünde.
Ook vandaag rijden wij weer binnendoor over de doorgaande wegen en vermijden zoveel mogelijk snelwegen, al ontkom je er niet aan om bij Hamburg een stukje snelweg te nemen om de Elbe te passeren zonder heel veel om te moeten rijden. Omdat we niet weten wat er bij de ferryterminal wel en niet te krijgen is, besluiten we de tijd te nemen voor een uitgebreide lunch. De mist is ondertussen vervangen door de zon en het is een warme dag geworden. Daar heb je meteen last van als je bij Hamburg in de file op de autobahn staat in je motorpak.
Rond 17:30 komen we aan bij de ferryterminal. Veel te vroeg blijkt dan, want het inchecken start pas om 20:30 uur. Om de tijd te doden lopen we een rondje en kijken onze ogen uit bij de hoeveelheid drank die verkocht wordt in de kiosk. Verder is er niets te doen. Gelukkig is het droog, want ook een plek om te schuilen ontbreekt.
Na de incheck om 20:30 mogen we door de slagboom. Na 100 meter mogen we weer wachten tot wij de boot op mogen en dat duurt tot 23:15 uur. Ruim 5,5 uur verdaan met wachten dus. Motorrijders mogen altijd als eerste de ferry op, dus mocht je deze overtocht ook gaan doen, dan is de tip om ’s avonds nog ergens te gaan eten en pas rond de inchecktijd in de haven aan te komen. Scheelt je een heleboel wachttijd.
Als we uiteindelijk de motoren op het aangewezen stuk van het dek geparkeerd hebben, legt een Fin (die ook met de motor aan boord komt) ons uit hoe we die moeten vastmaken. Dat zal wel komen omdat wij nogal vragend om ons heen keken, omdat we nog nooit een motor op een ferry hebben vastgezet. De truc zit erin om te zorgen dat je motor niet van de zijstandaard kan afvallen. Dus die kant moet je in ieder geval afspannen met een sjorband. Door de voorkant tegen de wand aan te zetten en een rubberen blokje achter je achterwiel te leggen, voorkom je dat de motor voor- of achteruit rijdt. En de motor in de eerste versnelling zetten, helpt natuurlijk ook. Als je het eenmaal weet, is het best simpel.
Om 0:15 op zondagochtend krijgen we de sleutel van de hut en kunnen we eindelijk de warme motorpakken vervangen door normale kleding. Na een biertje in de bar gaan we slapen, al wordt dat slapen wreed verstoord door de intercom met een instructie over wat te doen bij een eventuele evacuatie. Lekker dan.
De zondag bestaat vooral uit een beetje rondlopen op de boot, ontbijten met champagne, lunchen en dineren en het in de zon zitten op het dek. Heerlijk zo’n dag waarbij je niets hoeft en kunt afschakelen van huis en werk. De vakantie is echt begonnen!
Finland
Maandag zijn we op tijd wakker. Deels door de warmte in de hut en misschien ook wel door de spanning: vandaag komen we aan in Finland. Rond 9 uur Finse tijd (het is er een uur later dan in Duitsland) legt de boot aan in de haven en mogen we van boord. Na de douane- en COVID19 controle rijden we om 9.45 uur dan voor het eerst op Finse bodem en bewegen we ons over glooiende B en C wegen richting het Finse merengebied in het zuidoosten. Nadat we Helsinki achter ons gelaten hebben, wordt het snel rustig op de weg.
De Finse wegnummering is wel interessant: de wegen die met 2 of 3 cijfers worden aangeduid zijn leuke binnendoor wegen met asfalt en af en toe een stuk gravel. De wegen met 4 cijfers bestaan met name uit gravel.
We genieten van de bossen, wegen en bochten en zijn nu al onder de indruk van Finland. Als we in de loop van de middag op een camping aankomen en vragen of er nog plek voor een tent is, biedt de eigenaar een blokhut met korting aan. Hij had medelijden met ons omdat het zou die nacht nogal koud worden en in Lapland zelfs de eerste sneeuw voorspeld is. Prima deal!
De volgende dag rijden we verder door het merengebied en we zijn onder de indruk van het landschap, de slingerende wegen, de prachtige vergezichten met meren en bossen en je zou het liefst elke 100 meter stoppen om een foto te maken. Misschien maar goed dat het weer niet optimaal is, anders zouden we dat misschien nog gedaan hebben ook.
Huizen in Finland zien er overigens allemaal uit zoals in de vakantiefolders: rood met wit. Geen idee wie dat bedacht heeft, maar het ziet er schattig uit. Elke paar kilometer staat er een bord langs de weg dat waarschuwt voor overstekende elanden. Onbewust tuur je het bos in om te kijken of je er een ziet, omdat het prima past in het landschap. Om maar meteen de spoiler weg te geven: wij hebben de hele vakantie geen enkele eland gezien.
Tankstations zijn er in Finland voldoende, maar ze liggen alleen wat ver uit elkaar. Zowel de NC als de Transalp hebben een behoorlijke actieradius, maar om op zeker te spelen vullen we telkens bij als de tank halfleeg is. Dat heeft de hele reis zonder problemen gewerkt.
Rond lunchtijd maken wij in Liperi toevallig kennis met een fijn Fins fenomeen, namelijk de lounas. Lounas is een buffet dat ongeveer tussen 11 en 13 uur wordt geserveerd in (weg)restaurants waarbij je keuze hebt tussen verschillende gerechten: vaak een salade bar, stukken pizza en losse onderdelen van een daghap. Koffie, melk en fris zijn inbegrepen en de kosten zijn tussen de 9 en 12 euro per persoon. Prima om te lunchen, warm te worden en een stevige basis te hebben om de middag weer door te rijden. De eerste lounas bestond uit een pizza-buffet allerlei soorten pizza’s. Naast de saladebar (sla, tomatenpartjes, komkommerschijfjes en wat ondefinieerbaars) stonden drie bakken met in elke bak een andere pizza. De bodem was dik en de stukken groot.
Verder zijn Finnen gek op het grillen van worstjes. Elke supermarkt heeft een enorm schap met worstjes in alle soorten en maten. En allerlei smaken: scherp of niet scherp, of juist extreem scherp en met kaas of zonder kaas. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is een worstvariant van.
Na de lunch rijden we parallel aan de Russische grens verder naar het noorden. Als we op zoek gaan naar een camping blijkt het toeristische seizoen in de laatst week van augustus toch wel op zijn einde te lopen. Op de enorme camping in Timitranniemi zijn wij zowat de enige gasten en kunnen de tent direct aan het meer opzetten. De eigenaar is al bezig om alles klaar te maken voor de wintersluiting.
De investering in slaapzakken waarin je ook rond het vriespunt warm blijft, is een goede gebleken want het is nogal koud geweest ’s nachts. Met een waterig zonnetje pakken we droog de tent in en vertrekken verder naar het noorden. De natuur blijft adembenemend en in het natuurgebied Jonkeri stoppen we langer om uitgebreid foto’s te maken en thee te drinken.
De verkeersdrukte blijft ons positief verrassen: er is nauwelijks iemand op de weg en soms kom je letterlijk een half uur niemand tegen. Dat geeft alle tijd om rustig om je heen te kijken of om langs de kant van de weg te stoppen voor een foto.
In Kuhmo ervaren wij dat de lounas niet altijd top is. Deze bestaat namelijk naast de karige saladebar uit een bak met maksapihvejä die geserveerd wordt met rijst, kool en ui. Ik besluit om het eerst op te eten en daarna pas via Google translate te achterhalen wat het is. Het blijkt een leversteak te zijn. Ach, het is warm en het vult.
We passeren een groot bord waarop staat dat wij de grens met het noordelijke deel van Finland passeren en dat dit het Finse rendierfokgebied is. Meteen zien we 4 rendieren wegschieten en het bos inrennen om vervolgens de rest van de dag er geen meer te zien.
Op het einde van de middag verandert de dreigende lucht dan toch in een regenbui en wij besluiten om voor die nacht toch maar weer een hut te huren. Als Coco de campingbeheerder vraagt of het weer de komende dagen beter wordt, krijgt ze het veelzeggende antwoord “Nice weather? This is Finland”.
Het fijne aan Finse en Noorse campings is overigens dat ze vrijwel allemaal een gedeelde keuken met zaken als pannen en borden hebben waar je je eten kunt klaar maken en vaak ook warm kunt zitten. Dat scheelt gasblikjes en gepruts met een klein brandertje. Wat ons ook opviel was dat bijna iedereen deze gedeelde keukens netjes en schoon achterlaat.
Na een fijne nachtrust in een warme en comfortabele hut (alhoewel stapelbedden niet het summum is van met je partner op vakantie zijn) volgen wij een deel van de Via Karelia naar het noorden. Gelukkig is het weer droog en zelfs zonnig. We zien ontzettend veel rendieren onderweg. Waar je bij de eerste die je ziet halsbrekende toeren uithaalt om het beest op de foto te krijgen, denk je daar na tientallen beesten later toch anders over.
Wij komen aan in de provincie Lappi (Lapland) en dat heeft toch iets magisch. Als je als kind over Lapland hoorde, dan moest dat toch bizar ver zijn en daar zou je nooit komen. Mooi dat ik er nu toch ben!
Vandaag willen wij in ieder geval Rovaniemi bereiken. De stad ligt op de poolcirkel én is de woonplaats van de kerstman. Santa Claus village blijkt, zoals verwacht, een tourist-trap. De winkels puilen uit met kerstprullaria in alle soorten en maten. Je kunt er voor 40 euro op audiëntie bij en op de foto met de kerstman (niet gedaan) en iedereen maakt een selfie op de gemarkeerde poolcirkel (wel gedaan). Na een kort rondje gelopen te hebben en wat foto´s te hebben gemaakt, gaan we naar het centrum om wat boodschappen te doen en om te kijken of we er een sjaal van de plaatselijke voetbalclub RoPS voor zoonlief kunnen bemachtigen. Hij spaart die en voor ons is dat wel een goede reden om verre reizen te maken.
Die avond hebben we via Airbnb een kamer geboekt op een rendierfarm. Het is een hele basic kamer zonder water en douche in een oud schoolgebouw op het boerenerf en wij zijn de tweede gasten. De rendierenboerderij wordt gerund door een superaardig jong gezin met twee kleine kinderen die helemaal gek van de motoren zijn. Ze dralen om de twee machines heen en staan continu voor het raam van het grote huis om naar de motoren te kijken.
De kudde rendieren die zij houden loopt ergens in het gebied om het huis heen, maar op de boerderij zijn nog een aantal beesten die te tam zijn om los rond te lopen. Die worden gebruikt voor rendiersafari’s en excursies in de winter en trekken dan een slee. Toppunt is dat we mee mogen om de dieren te voeren. Hoe leuk is dat! Rendieren zijn overigens hele grappige beesten, als ze lopen, ´klakken´ ze met hun tenen. In het najaar verliezen ze de huid die het gewei bedekt en afhankelijk van de leeftijd van het mannetje valt deze af of kan het gewei gebruikt worden voor de gevechten om de vrouwtjes.
Sami, de jongeman, vertelt ons dat er in Finland een regeling is om het aantal rendieren in toom te houden en te verdelen onder de families. Te veel dieren is niet goed voor de natuur en dus is er een verdeling tussen de herders die aanspraak mogen maken op het houden van de dieren. Dit wordt onderling geregeld. Ook zijn kinderen hebben inmiddels toestemming gekregen van de andere hoeders om een aantal dieren te houden. Ze zijn twee en vier jaar oud. Verder vertelde hij dat je zo’n 400 beesten én een hele verwerkingslijn voor het vlees zou moeten hebben om er van te kunnen leven. Daarom hebben de meeste mensen (naast reguliere inkomsten) rendieren er bij, vanuit interesse of omdat de families van oudsher al rendieren hoedden.
Omdat Finland ons bevalt en de reis best snel gaat, kijken we nog eens naar de route zoals we die thuis bedacht hadden. Het oorspronkelijke plan om van Rovaniemi recht omhoog richting de Noordkaap te gaan laten wij varen en we voegen een extra lus toe via Inari in het noordoosten van Finland via de 79, de 9552 en de 955.
´s Morgens zijn de motoren bedekt met rijp. Het blijkt 2 graden gevroren te hebben. Finnen kijken daar niet van op, maar ik vind dat best vreemd op 27 augustus. Nadat de kinderen ons uitgebreid hebben staan bestuderen en uitzwaaien, gaan we verder. Het is zonnig, maar best fris en ik ben blij dat ik mijn wintervoering heb meegenomen.
Het ontbijt slaan wij tijdens het reizen vaak over en houden het bij koffie met soms een stukje koek. Na een uurtje rijden stoppen wij dan voor een koffie met een broodje of iets dergelijks. Lekker makkelijk en het is weer een reden om te stoppen. We kunnen zo vaak vroeg op pad.
Bij het oprijden van de 9552 staat er een bord dat wegwerkzaamheden aankondigt en iets met 80 kilometer en een stuk Finse tekst. Fins is voor ons een bijzondere taal omdat het in niets lijkt op de talen die we kennen en je werkelijk geen idee hebt wat er staat.
Het asfalt is supernieuw en ligt er prachtig bij, totdat na 15 kilometer het asfalt ophoudt en de weg de daarop volgende 80 kilometer alleen nog uit gravel blijkt te bestaan. Dat is overigens prima te doen, je moet alleen wat afstand van elkaar houden om opspattende steentjes te ontwijken. Ook op deze weg is nagenoeg geen verkeer. Slechts af en toe komen wij een tegenligger tegen.
Omdat een rechte weg best saai is, vat ik het plan op om een filmpje te maken met de drone: de drone in de lucht laten hangen om er vervolgens onder door te rijden. Alles gaat goed, totdat er vier auto’s achter elkaar passeren en een enorme stofwolk veroorzaken. Tot zover de film. Plan mislukt.
Het landschap verandert langzaam. De enorme en uitgestrekte dennenbossen gaan over in een taiga met gras, meertjes en enkele bomen zover het oog reikt. Ook de bebouwing verandert, huizen zijn lager, compacter en hebben minder ramen.
Op de camping in Inari treffen we een Duits stel die wij ook al op de boot tussen Travemünde en Helsinki spraken. Best grappig om elkaar dan weer een heel stuk verderop te zien.
De volgende dag is het zaterdag en gaan we echt op weg naar de Noordkaap. Of we die bereiken is de vraag, maar we gaan in ieder geval de Noorse grens over. Via de 92 gaan we verder naar het noorden en na zo’n 50 kilometer staat de Noordkaap al op een verkeersbord. Klein detail: het is nog 343 kilometer. Na zo’n 125 kilometer in Finland rijden wij bij Karigasniemi Noorwegen binnen. Het is niet eens zo’n grote grensovergang, maar toch staan er permanent politie en leger te controleren op paspoorten en Covid QR-codes. De mannen hebben het er zich gemakkelijk gemaakt met, naast twee containers van de baas, twee grote zetels en een kampvuur met rooster boven het vuur.